Fietscomputer op de CX

In 2003 begon mijn snelheidsmeter raar te doen. De naald sprong van 120 naar 0 en dan terug naar 100 en zo telkens weer. Omdat het lastig rijden is met zo een flipperende naald, en natuurlijk ook om uit te zoeken wat er mis was, had ik de meter uitgebouwd. Maar rijden zonder de minste snelheidsaanduiding vond ik ook niet plezant. Daarom besloot ik de eerste de beste (of goedkoopste) fiets snelheids computer (of hoe je zo'n ding ook heet) te monteren. Toevallig stond er juist één in promotie voor 6 Euro.

Omdat een wiel van een motor sneller draait dan een fietswiel heb ik de magneet (het zwarte "klompje" dat bij een fiets op een spaak gezet moet worden) vrij dicht bij de as van het wiel gemonteerd.

Zo krijgt de opnemer (een riet-relais) een puls die zeker lang genoeg is. Bijkomend voordeel is dat het wiel zo geen onbalans krijgt, juist omdat het gewicht dicht tegen het centrum zit. Om de magneet onder één van de wielbouten vast te zetten moest ik een vormpje maken. De afmetingen die ik gebruikt heb vind je hier. De magneet zit via een afstandbusje in het kleinste gat geschroefd. Let wel op dat je de aftsandbuske niet te groot maakt want dan raakt de magneet de aansluiting van de snelheidkabel! De opnemer zelf zit met een tie-wrap op de onderste veerpoot vast. De draad tussen de opnemer en stuur bleek net iets te kort om de remleiding te kunnen volgen. Ik heb deze verlengd met 2 stukjes montagedraad en de solderingen afgeschermd met gele krimpkous. Dit zijn de gele vlekjes die je op de foto kan zien. De computer heb ik op de linkerkant van het stuur gezet. Wanneer het stuur helemaal links staat met het stuurslot op, dan kan je nu niet aan het lipje om de computer van zijn voet te nemen. Zo kan hij minder gemakkelijk gestolen worden. Al wat nog rest is de afregeling. Om de maat van het wiel te nemen heb ik met een krijtje van de kinderen een flinke witte streep dwars op het loopvlak van de voorband gezet. Als je op de motor zit en voorzichtig zover recht vooruit rijdt dat het wiel één toer maakt, dan zie je op de grond (na wat zoeken natuurlijk) twee witte krijtafdrukken. De afstand ertussen is de omtrek van het wiel. Ter controle kan je er natuurlijk ook een lintmeter rondleggen. Volg nu de handleiding van de fietscomputer om deze waarde in te geven en alles is klaar. Ondertussen heb ik van een clublid een andere teller kunnen kopen. De oorzaak van het defekt was dat het vet in de aansluiting van de snelheidskabel aan het voorwiel zo hard geworden was dat de meeneem 'sleep'-ringen in het voorwiel niet meer ineengrepen. Ander vet en de ringen terug in vorm plooien was genoeg om de zaak te herstellen. Bij het gebruik merk ik dat de echte teller hogere rijsnelheden aangeeft dan de fiets-computer. Dat de fiets teller echt juist loopt zie ik wanneer naast de weg van die borden staan die de rijsnelheid aangeven (neen, geen flitspalen!). Ook plezierig aan de fiets-computer is dat ik nu de rij-tijd en een gemiddelde snelheid ken. Voor toerritten kan je de gereden afstand telkens weer op nul zetten zodat je de aanwijzingen gemakkelijk kan volgen zonder de dagteller van de motor te gebruiken. Kortom, ik ben er heel tevreden over en raad het iedereen aan.

Rupert Vanderhaegen


:: print deze pagina