De nokkenaskettingspanner: functie en slijtage Als onderdeel van het periodieke onderhoud aan een CX behoort naast het stellen van de kleppen ook het opnieuw stellen van de nokkenasketting. Stellen is een te groot woord; door het uitdraaien en opnieuw vastzetten (met gevoel, de bout wil bij teveel kracht wel eens breken !!) van de stelschroef van de mechanische kettingspanner gaat de rek uit de nokkenasketting. Hierdoor verdwijnt niet alleen een mechanisch geluid maar wordt ook extra slijtage aan de ketting voorkomen. Volgens het onderhoudsschema moet dat elke 6.000 km (tegelijk met het stellen van de kleppen) gebeuren. Wat is nu de functie van de nokkenasketting? Niet meer dan het verbinden van de krukas en de nokkenas en er voor te zorgen dat beiden ten opzichte van elkaar correct zijn afgesteld. Dat correct afstellen zorgt er voor dat de zuigers de (openstaande) kleppen niet kunnen raken, de kleppen op het juiste moment voor het aanzuigen van het mengsel open en dicht gaan en dat verbrandingsresten naar buiten via de uitlaat wordt afgevoerd. Dit betekent automatisch dat een breuk van de ketting leidt tot grote motorschade; in ieder geval zullen openstaande kleppen door de zuiger worden geraakt en krom slaan. Zelfs kan het gebeuren dat bij hoge snelheden een klep dwars door de zuiger heenslaat. Ook zullen de drijfstangen een enorme oplawaai krijgen. Het is handig de nokkenasketting/-spanners in ieder geval te vervangen op het moment dat de dynamostator moet worden vervangen (het blok ligt dan immers open). Bij een viertakt motor is het gebruikelijk dat bij deze constructies de nokkenas in een verhouding van 1:2 ten opzichte van de krukas draait. Het vast op de krukas aangebrachte tandwiel is daarom maar half zo groot als het demontabele tandwiel dat op de nokkenas is aangebracht. Om mechanische geluiden zoveel mogelijk te voorkomen en het klapperen van de nokkenasketting (en dus extra slijtage aan ketting en tandwielen -let er op dat als het krukastandwiel is versleten de gehele krukas vervangen moet worden- te voorkomen) tegen te gaan dient de nokkenasketting op spanning te staan. Dat gebeurt door 2 spanschoenen; een (van achter tegen het motorblok aankijkend de linker) vaste en de ander voorzien van een (handmatige/uitwendige dan wel automatische/inwendige) stelinrichting. Zoals gemeld leidt dit tot versnelde slijtage aan de ketting waarbij en passant inwendige delen van het blok zelf kunnen worden (neen worden) weggefreesd. Het metaal- en aluminiumslijpsel zal vrij in de olie zweven en bijv. olieboringen blokkeren: bevorderlijk voor de krukasglijlagers is dat niet (vastloper; is mij al gebeurd). Wat ook kan gebeuren is dat de ketting over de tandwielen heen glijdt en zo er voor zorgt dat de timing van krukas ten opzichte van de nokkenas verstoord; slecht voor kleppen en zuigers. In zijn algemeenheid wordt naast het periodiek spannen van de ketting geadviseerd om de 50.000 km de ketting zelf te vervangen. Dat is voor een CX bepaald een ingrijpende operatie. Het blok moet uit het frame en het achterste carteldeksel te worden gedemonteerd. Dan is de olie en koelvloeistof reeds afgetapt, de isolatoren gedemonteerd evenals de waterpomp(schoep). Dan kijk je aan de binnenkant van het deksel tegen de dynamo/ontstekings stator aan samen met de vaste pulsspoelen. In het motorblok wordt de nokkenasketting afgedekt door de dynamorotor met daaronder een verstevigingsplaat. Dit betekent dat de rotor moet worden gedemonteerd; da's bepaald een klus, vooral als je niet in bezit bent van speciaal gereedschap (de rotor is zeer kwetsbaar voor mechanische beschadiging ook aan de buitenzijde/omtrek !!!) . Na het afnemen van de CDI vervroegingspulsspoel op de rotoras kijk je tegen een forse bout aan. Daarmee is de rotor op de krukas bevestigd. Draai deze bout los (die kan behoooooorlijk vast zitten; om de rotor tegen te houden heb ik goede resultaten bereikt met het leggen van een 'strop' om de rotor zelf stevig bevestigd/verankerd om het motorblok heen), en dan kijk je tegen de inwendige schroefdraad van de rotor aan. Neem een passende bout van VOLDOENDE sterkte en druk de rotor van de krukas. Neem de rotor van de krukas af en let op de spie. Draai de bouten uit de schetsplaat boven de nokkenasketting en neem de plaat af. Draai de stelbout van de spanner los en neem de spanner uit. Doe hetzelfde met de vaste spanschoen. Draai de bouten van het tandwiel op de nokkenas los, neem het tandwiel tezamen met de ketting weg. Zo, het slopen is gebeurd. In principe verloopt het monteren in omgekeerde volgorde van het monteren. Echter zal de timing van de nokkenas ten opzichte van de krukas weer moeten worden ingesteld. Alle werkplaatshandboeken hanteren daarvoor de volgende tekening/merktekens: De tekening spreekt voor zich, zij het dat met gebruikmaking van deze tekening (en daarvoor heb ik ook een Honda monteur met CX ervaring moeten bevragen) 2 mogelijke instellingen bestaan, elkaar overlappend met 180 graden. Zoals ik dat doe is het gewoon een kwestie van uitproberen. Zorg dat de merktekens in lijn liggen met die op het carter (zie tekening); monteer de nokkenasketting en het nokkenastandwiel provisorisch (bouten handvast aandraaien). Monteer de rotor losjes op de krukas en het achterdeksel van het motorblok en verwijder de inspectieplug zodat de merktekens op de rotor te zien zijn. Draai de krukas (via de inspectieplug aan de voorzijde onder de ventilator) en kijk of de merktekens van de rotor overeenkomen met die op het achterste motordeksel;. Loopt de krukas vast (is hij niet verder door te draaien) dan loopt er een zuiger tegen een openstaande klep op en moet de afstelling 180 graden worden gedraaid. Dit betekent nokkenastandwiel er af halen, en de nokkenas 180 graden doordraaien en de zaak weer opnieuw als beschreven monteren. Dan de zaak weer op de merktekens afstellen en door draaien controleren of de merktekens rotor/achterste motordeksel samenvallen. Is dat het geval dan de bouten van het nokkenastandwiel een voor een met borgvloeistof vastzetten en de spanners monteren alsmede de afdekplaat en de dynamorotor. Daarna alle pakkingen/0-ringen vernieuwen en het motordeksel monteren, De pasvlakken van de keramische afdichting van de waterpomp (de keramische oppervlakten IN GEEN ENKEL GEVAL beschadigen of zelfs maar aanraken; anders gaat ie onherroepelijk lekken!!) insmeren met een beetje zeepwater, en met gebruikmaking van een nieuw koperen onderlegschijfje de dopmoer op de nokkenas monteren (niet te vast aandraaien; het kost je de schroefdraad van de nokkenas en dan moet je de nokkenas vervangen!). De motor weer in het frame monteren, olie en koelvloeistof vullen het koelsysteem ontluchten en rijden maar weer. Mijn eerste keer ging eigenlijk volgens de beschreven procedure vrij eenvoudig; ik vond het wel spannend om te zien of de motor inderdaad zou lopen. Immers: anders moet je alles weer opnieuw doen (inclusief de kosten voor alle pakkingen/0-ringen). Dan de kosten:
Duur, maar dan kan de CX ook weer vele jaren mee. |
||