Mijn uitleg geldt voor de benzine kraan van het vacuum type.
Je rijd eerst je tank bijna leeg.
Daarna demonteer je de twee kleine slangetjes aan de achterkant van de kraan, en de grote naar de carb.
Daarna leg je de tank op zijn zij en kun je met een grote sleutel ( 17? ) je benzine kraan onder je tank vandaan schroeven.
Dan zie je het benzine filter. Naar alle waarschijnlijkheid is het filter vies met roestdeeltjes of andere viezigheid. De grap is dat als je je kraan op reserve zet, je een groter gedeelte van het filter gaat gebruiken, wat dus net dat beetje meer benzine doorgeeft....
Als je de kraan zelf openmaakt aan de onderkant, zie je nog een (metalen) filtertje. Deze is vaak schoon.
Ook kun je het vacuum membraam controleren, dmv de 3 schroefjes aan de zijkant los te draaien. Let op het veertje dat tegen het membraam drukt niet wegspringt.
Bij monteren, opletten dat de buitenste kleine (vacuum)slang naar de carburateur gaat, en de binnenste kleine (overloop)slang naar de onderkant van de motor.
Succes,
René |