(Dit is een test voor de CX 500, ik weet niet zeker of het voor andere types ook werkt)
De temperatuursensor geeft een bepaalde weerstand die afhankelijk is van de gemeten temperatuur in het thermostaathuis. Hoe hoger de temperatuur van het blok (eigenlijk: de temperatuur van de koelvloeistof), hoe lager de gemeten weerstand op de sensor.
Je kunt dit als volgt testen: haal de draad van de sensor eraf. Zet je multimeter op de stand 1kOhm, zet de testpen op de massa (frame) en de ander op de sensor. Start de motor en laat het blok stationnair op temperatuur komen. De gemeten weerstand gaat dan dalen. Als de multimeter 104 Ohm aangeeft dan heeft het blok een temperatuur van ongeveer 60°C bereikt.
Voel tijdens het testen (voorzichtig) aan de chromen buis. Zo gauw de thermostaat open gaat (tussen 80 en 84°C) wordt de chromen buis warm, wordt het blok iets koeler en moet de gemeten weerstand dus iets omhoog gaan.
Als de gemeten weerstand onder 20 Ohm dreigt te komen dan moet je de motor uitzetten, want dan is de temperatuur over de 100°C en heb je een ander probleem. Als de weerstand in de buurt blijft van 44-48 Ohm dan werkt de koeling goed. Meestal schommelt deze iets, hetgeen betekent dat de thermostaat afknijpt, opengaat, weer afknijpt, enz.
Als je niets kunt meten (geen waarde) of de weerstand daalt niet, dan is de sensor defect. Als het bovenstaande wel klopt dan laat je de motor lopen en haal je de multimeter eraf. Vervolgens sluit je de draad van de sensor weer aan. Als de temperatuurmeter op je dashboard dan in het rood gaat, is waarschijnlijk de 7 Volts regelaar kapot.
De 7 Volts regelaar is een klein zwart blokje dat gemonteerd is in de koplamp, bij de C serie tussen het dashboard en de koplamp. De regelaar kun je als volgt testen: zet de universeelmeter op Volt DC en meet de spanning op de gele draad die van de regelaar naar de temperatuurmeter gaat. Is deze groter dan 7 Volt DC dan is de regelaar kapot.
Only a biker knows why a dog sticks his head out of a car window.